Tips voor ouders
Hier vindt u enkele tips die u als omgeving kan toepassen om spreken voor de persoon die stottert gemakkelijker te maken en een negatieve ontwikkeling van het stotteren te voorkomen.
​
​
-
Creëer weinig communicatiedruk door onder andere zelf rustig te praten en regelmatig korte pauzes in te lassen. ​
​
-
Behoud zo veel mogelijk natuurlijk oogcontact tijdens het communiceren. Zo ervaart uw kind dat er wordt geluisterd. Probeer neutraal te reageren wanneer uw kind een stottermoment heeft.
​
-
Bestraf stotteren niet, beloon vlot praten niet.
​
-
Bij jonge kinderen is nachtrust heel belangrijk. Respecteer dit zo veel mogelijk.
​
-
Verdraag spraak- en taalfouten. Het is beter om te schaduwen in plaats van steeds te corrigeren. Uw kind zou dit kunnen interpreteren als ‘ik spreek slecht’.
​
-
Stel uw taalniveau bij naar het niveau van uw kind (korte zinnen met eenvoudige woorden).
​
-
Geef uw kind tijd om te spreken. Onderbreek elkaar niet en vul woorden of zinnen niet aan.
-
Geef geen goedbedoelde adviezen zoals ‘zeg het nog een keer’, ‘zeg het eens rustig’. Ook al lijken ze nuttig, ze vergroten alleen maar het stotterprobleem.
​
-
Treed op bij pesten, negeer het niet. Zeg: 'Ik weet dat jouw woorden even vastzitten. Dat is oké voor mij, dat mag. Ik wacht wel op jou.'
​
-
Versterk zijn of haar zelfbeeld. Besteed aandacht aan wat hij of zij goed kan.